Haagbeuk (Carpinus betulus)
De berkenfamilie in het wild
Er zijn vrij veel planten in de berkenfamilie die in Nederland en België in het wild voorkomen. De hazelaar, de ruwe berk, de zachte berk en verschillende soorten van de els groeien in bossen en parken door de hele Benelux. Van het geslacht Carpinus komt er echter maar één soort van nature in ons deel van de wereld voor en dat is de haagbeuk. Alleen in de koudste streken in het noorden van Europa groeit deze makkelijke haagplant niet. Daarmee is de Carpinus betulus dus niet alleen een bijzondere plant, maar ook een hele betrouwbare haagplant. Wanneer je deze plant in een Nederlandse of Belgische tuin plant, zal ons wisselvallige weer niet snel problematisch voor hem zijn. Hij is immers gewend aan de omstandigheden in ons land. Zelfs regen is geen probleem; planten uit de berkenfamilie staan het liefst op vochtige tot natte grond.
Waarom heet de haagbeuk zo?
De berk is dus veel nauwer verwant aan de haagbeuk dan de beuk. Waarom zit het woord “beuk” dan toch in de naam van de haagbeuk? Dat komt doordat de naam van de haagbeuk niet met zijn familierelaties, maar met zijn uiterlijk te maken heeft. Ondanks de getande randen en de dieper gelegen nerven heeft het blad van de haagbeuk behoorlijk veel weg van dat van de beuk. Juist als je deze plantensoorten in een haag gebruikt is het verschil minimaal. Daarom worden ze regelmatig als alternatief voor elkaar gebruikt. Natuurlijk zijn er verschillen: een beukenhaag behoudt in de winter meer bladeren en is daarom beter geschikt als privacyhaag, hoewel hij een bladverliezende haagplantensoort is. De haagbeuk is echter veel makkelijker wat bodemeisen betreft. De beuk kan er niet tegen als zijn wortels nat worden, terwijl de haagbeuk als rechtgeaard lid van de berkenfamilie dat juist prettig vindt. Welke haagplant het meest geschikt is voor jouw tuin hangt dus vooral van de omstandigheden af.